In Nederland zijn 94 moederkindhuizen of voorzieningen gevonden, met in totaal 750 plekken, tijdens een recente quickscan (voorjaar 2024). Zijn dat veel? Te weinig? Hoeveel moederkindhuis-plekken zijn er eigenlijk nodig?
Hier een eerste aanzet om het benodigde aantal moederkindhuis-plekken te benaderen met de volgend aanname. “De gezamenlijke plaatsing van moeder (ouders) en kind in een 24/7 voorziening met passende opvoedbegeleiding kan uithuisplaatsingen voorkomen.” Dus vraag en aanbod moeten met elkaar in overeenstemming zijn om onnodige uithuisplaatsingen te voorkomen. Het aanbod zal dan in ieder geval voldoende moeten zijn om alle moeders (ouders) met kinderen in de voorschoolse leeftijd (0-4 jr = primaire doelgroep MKH’s) waarbij sprake is van een ondertoezichtstelling en machtiging uithuisplaatsing (preventief) te plaatsen.
Om tot een eerste benadering, en geografische verdeling, van de benodigde moederkindhuis-plekken te komen zijn cijfers gebruikt van het CBS over jeugdzorg met verblijf (eerste halfjaar 2022), jeugdbescherming (2022) bevolkingsaantallen per gemeente (2023) en leeftijdsopbouw (2023). Op drie verschillende manieren is bekeken hoe groot de groep is die gebaat zou kunnen zijn bij plaatsing in een moederkindhuis. NB. Het aandeel 0-4 jarigen binnen de jeugdzorg is ongeveer 18%.
Aantal kinderen (0-4 jaar) met jeugdhulp met verblijf en jeugdbescherming (OTS)
Bron CBS: In het eerste halfjaar van 2022 kregen 15220 jongeren met jeugdhulp met verblijf (43%) een jeugdbeschermingsmaatregel (ondertoezichtstelling). Dit wordt door de rechter opgelegd als een gezonde en veilige ontwikkeling van een kind of jongere wordt bedreigd, en vrijwillige hulp niet of niet voldoende helpt. Dit percentage is vergelijkbaar met de jaren 2019-2021. We kunnen benaderen dat de groep 0-4 jarigen hiervan ongeveer 3400 kinderen betreft, 1700 hiervan hebben geen voogdij maatregel wat betekent dat het gezag nog bij de ouder(s) ligt dat moeder (ouders) en kind samen in een moederkindhuis kunnen worden geplaatst.
Aantal kinderen (0-4 jaar) met een door de rechter opgelegde machtiging uithuisplaatsing
Bron CBS: Met ingang van 2022 ontvangt het CBS van de Gecertificeerde Instellingen ook informatie over de Machtigingen Uithuisplaatsing (MUHP) die door de rechter zijn opgelegd. Dan zijn de zorgen over het kind zo ernstig dat het beter is als het kind ergens anders gaat wonen. In 2022 waren er 10045 jeugdigen over wie de rechter een MUHP heeft uitgesproken. De groep 0-4 jarigen hiervan bedraagt ongeveer 1800 kinderen betreft die samen met hun moeder (ouders) in een moederkindhuis zou kunnen verblijven.
Aantal kinderen (0-4) met een nieuwe machtiging uithuisplaatsing
Bron CBS: Over 3320 jongeren werd in 2022 een nieuwe MUHP uitgesproken, zij hadden nog geen MUHP lopen op 1 januari 2022. De groep 0-4 jarigen hiervan bedraagt ongeveer 450 kinderen betreft die samen met hun moeder (ouders) geplaatst zou kunnen worden in een moederkindhuis. Daarvoor zijn dan ook 450 plekken nodig die gedurende een jaar vrijkomen bij een gemiddelde verblijfsduur van 1 jaar op een moederkindhuis-plek.
Consensus benadering van het aantal “benodigde” moederkindhuis-plekken: 1050
De verschillende benaderingen geven resp., 1700, 1800 en 450 plekken als uitkomst, met een consensus gemiddelde van 1320 als grootte van de groep kinderen die gebaat zou kunnen zijn bij plaatsing in een moederkindhuis. Uitgaande van 1,25 kind per moeder zijn 1050 moederkindhuis-plekken nodig. Dat betekent volgens dit model dat er 1,5- 2 keer zoveel moederkindhuis-plekken zouden moeten komen als dat er nu zijn om het aantal onnodige uithuisplaatsingen te minimaliseren.
Modulerende factoren
Het aantal benodigde moederkindhuis plekken wordt verlaagd doordat niet alle casussen geplaatst kunnen worden door aanwezigheid van contra-indicaties bij ouders (zoal agressie, zorgmijding, verslaving). Dit aantal wordt verhoogd door het aandeel plaatsingen binnen een vrijwillig kader dat niet is meegenomen in deze benadering. Ongeveer 50% van de plaatsingen in een moederkindhuis vindt plaats zonder een jeugdbeschermingsmaatregel. En het aantal benodigde plekken neemt ook toe als ook moeders (ouders) met kinderen > 4 jaar geplaatst worden (~10% van de MKH plaatsingen). Daarnaast moet er een goede match zijn tussen vraag en aanbod van specifieke doelgroepen, zoals tienermoeders, en plekken waar ook vaders kunnen wonen. Ook moet er in de ideale situatie sprake zijn van overcapaciteit om in crisissituaties snel te kunnen plaatsen.
Regionale verschillen
Bron CBS: Er zijn grote verschillen tussen gemeenten als het gaat om jongeren die jeugdhulp met verblijf kregen, dat varieert van 0,2 – 2%. Sociaaleconomische omstandigheden spelen een rol, maar ook kunnen beleidskeuzen die gemeenten maken bij de inrichting van de jeugdzorg bijdragen aan de verschillen. Deze regionale verschillen zijn naar rato vertaald in absolute aantallen benodigde moederkindhuis-plekken per gemeente. Ter illustratie, volgens dit model ongeveer 45 in Rotterdam, 30 in Den Haag, 25 in Amsterdam, 15 in Nijmegen en 10 in Groningen. NB. door recente gemeentelijke herindeling zijn gegevens niet voor alle gemeenten te bepalen.
Vragen, suggesties en correcties zijn welkom via ons contactformulier